Koos Moerenhout: ‘Ik vertrouw erop dat er altijd iets moois op mijn pad komt’                                                                 
Als klein ventje keek Koos Moerenhout (45), woonachtig in Steenbergen, altijd reikhalzend uit naar de Tour de France op televisie. Niet wetende dat hij een paar jaar later zelf mee zou fietsen in deze indrukwekkende wielerronde van Frankrijk. We spraken met de oud-profwielrenner over zijn carrière, dromen en ambities…

Even helemaal naar het begin... Waar komt die passie voor fietsen bij jou vandaan?
Koos: “Dat is de schuld van mijn vader. Hij fietste altijd toen ik nog jong was. Maar zoals dat gaat begon ik in mijn jonge jaren met voetballen, niet met fietsen. Wel raakte ik al snel steeds meer besmet met het fietsvirus. Het werd er niet zozeer bewust ingeramd thuis, maar met de Tour de France altijd prominent op de beeldbuis en twee ouders die regelmatig de fiets op stapten, was het er gewoon. Op mijn dertiende ben ik gestopt met voetballen om me volledig op het wielrennen te storten. Het mooie aan wielrennen is dat je je prestaties helemaal zelf in de hand hebt, terwijl je bij voetbal afhankelijk bent van teamgenoten. Als er twee teamgenoten geen zin hebben, word je daarin meegesleurd.”

Intussen heb je meegereden in het WK, NK, de Tour de France… Wist je toen je begon met fietsen meteen dat je talent had?
Koos: “Wat ik wel meteen doorhad, was dat het fietsen me gelijk goed af ging. Ik werd er blij van, wist motivatie te vinden in mezelf. Iets wat nog niet zo vanzelfsprekend is voor veel mensen. Op mijn zeventiende werd ik geselecteerd voor de nationale selectie en mocht ik heel Europa door met de ploeg. Gelukkig kreeg ik veel medewerking van school, wat destijds nog niet zo gebruikelijk was. Na de middelbare school begon ik aan een studie commerciële economie, om toch een diploma te hebben. Maar ergens was ik altijd op een naïeve manier met het wielrennen bezig. Eigenlijk had ik maar één stip op de horizon en dat was niet zozeer mijn studie, maar het fietsen.”

Terugkijkend op al die jaren op de fiets… Wat zijn voor jou dan de hoogtepunten?
Koos: “Dan ga ik toch af op de prestaties die ik geleverd heb. Ik heb twee keer mee mogen rijden met het NK, zes keer met het WK en zeven keer fietste ik mee in de Tour de France. Ja, dat zijn wel herinneringen die bijblijven… Hoe ik de Tour de France heb ervaren? De eerste keer was voor mij in 1998. Dat was als een jongensdroom die uitkomt. Het grappige aan de Tour is dat iedere renner dit een keer wil meemaken in z’n leven, maar zodra je eraan begint wil je eigenlijk niets liever dan wegwezen. Het is drie weken lang vreselijk afzien. Maar tegelijkertijd is het ook dé wedstrijd van het jaar. De sfeer eromheen is fantastisch. En het gevoel dat je overvalt wanneer je over de Champs-Élysées rijdt, is onbeschrijflijk.”

En dan heb je nog je eigen klassieker: de Koos Moerenhout Classic in Steenbergen…
Koos: “Ja, ook dat is best bijzonder. Dit jaar vindt de classic alweer voor de negende keer plaats. Het ontstond destijds in samenwerking met een paar leden van tourclub de Fatuur uit Steenbergen. Zelf speelde ik al een poos met het idee een wielerronde in Steenbergen op te zetten, dus toen een paar leden van de club met ditzelfde idee bij me aanklopten, was het snel rond. Het eerste jaar zaten we meteen op duizend deelnemers. Inmiddels zijn dat er zo’n tweeduizend elk jaar. Blijkbaar is er veel behoefte aan zo’n wielerronde in deze omgeving. Wat ik goed snap overigens, want het is heerlijk fietsen op de Brabantse Wal. Het is er weids én afwisselend; van polders tot heide en zelfs leuke hoogteverschillen.”

Sinds afgelopen november ben je aangesteld als bondscoach bij de elite mannen en beloften van de KNWU. Een mooie, nieuwe stap in je carrière!
Koos: “Ja, dit voelt als weer een leuke uitdaging. Dat bondscoachschap combineer ik overigens met mijn rol als ploegleider van de Amerikaanse wielerploeg Axeon Hagens Berman. Daarvoor regel ik alles voor de renners; van vliegtickets tot hotels etcetera. Die combinatie is mooi voor nu. Of ik mijn toekomst altijd helemaal uitgestippeld heb? Nee, zeker niet. Dat is ook niet echt te doen in dit wereldje. Contracten lopen vaak na een jaar af, dus je moet tegen dat stukje onzekerheid kunnen. Ik vertrouw er altijd op dat het wel goedkomt en dat er altijd iets op mijn pad komt. Zonder dat vertrouwen kun je dit bestaan niet aan.”

mei 2019