In Bakhuys De Heen vind je vers brood en échte verhalen: ‘Alsof je terug in de tijd gaat’
In het knusse Brabantse dorp De Heen staat een klein bakhuisje dat de afgelopen tien jaar groot is geworden in betekenis. Het Bakhuys, zoals het inmiddels liefdevol wordt genoemd, is een levend monument dat dankzij een hechte groep vrijwilligers niet alleen brood bakt, maar ook zorgt voor verbinding en gezelligheid.
Het begon allemaal in 2010, toen Lau en Peet, actief bij Stichting 400 jaar De Heen, op zoek gingen naar een locatie voor een tijdelijke expositie. Wat Lau en Peet in hun zoektocht aantroffen? Een oud bakhuisje. Maar ook: een bouwval. Toch zagen zij potentie. Met steun van het project Mijn Mooi Brabant van de provincie, en na twee jaar lobbyen, kregen ze subsidie om het bakhuis te restaureren. De voorwaarden waren streng: het project moest educatief zijn, duurzaam, en met lokale materialen worden uitgevoerd. “Het was een flinke klus”, vertelt Peet zittend in de zon op het terras van het Bakhuys, “maar het is het zeker waard geweest.”
De nieuwe grote oven werd in 2014 gebouwd door twee Belgische ovenbouwers. In juni van dat jaar werd het eerste brood gebakken. “Met publiek erbij!”, lacht Lau. “Dat was magisch.” Sindsdien is de laatste zaterdag van de maand bakdag geworden. Elke laatste zaterdag staan de inmiddels 11 vrijwilligers paraat om brood te bakken voor iedereen die op zoek is naar écht vers brood.
Krentenbrood en verbinding
Wat begon als een lokaal initiatief is inmiddels uitgegroeid tot een regionaal fenomeen. “Mensen komen uit België, rijden soms vijf kwartier om hier hun brood te halen”, vertelt Tineke, inmiddels ook een vaste vrijwilliger. “Deze plek is zo zen én gezellig. Het is alsof je in Frankrijk bent. Het straalt rust uit, maar zorgt ook voor verbinding: mensen staan in de rij en maken praatjes met elkaar. Iets wat je in de supermarkt niet meer ziet. Soms ontstaan er zelfs vriendschappen. In een tijd waarin alles individualistisch lijkt, is dit een plek waar mensen elkaar echt ontmoeten. Daar ben ik trots op.”
Het krentenbrood, naar recept van Peet, is inmiddels aardig beroemd in de regio. “Het krentenbrood hebben we altijd op voorraad”, vertelt hij trots. Wit en volkoren ook. De rest is een verrassing, ze maken nooit bekend wat er die dag gebakken wordt.
De kracht van vrijwilligers
Het geheim van het succes van het Bakhuys? Een ijzersterke groep vrijwilligers. Met elf mensen van verschillende leeftijden − van dertigers tot Jan, de 89-jarige met bakkersachtergrond − vormt het Bakhuys een bont gezelschap. “Er is onderling altijd ruimte voor een grap, voor een praatje”, vertelt Tineke. “Iedereen is bereid om hard te werken: de kwaliteit van het brood staat voorop. Maar doordat de chemie onderling zo goed is, gaat het als vanzelf.”
Educatie met vuur en gist
Naast de bakdagen is er ook een educatief programma opgezet, waarin basisschoolleerlingen uit de regio leren waar hun brood vandaan komt. “Ze maken vuur, wegen meel af, doen proefjes met gist”, vertelt Peet. “Ze leren met hun handen en ogen.” Eén jongetje maakte ooit een tekening van het proces − die hangt nu ingelijst in het Bakhuys. “Kinderen zien het proces van oude ambacht nergens meer. Door ze hier uit te nodigen, ontdekken ze hoe het écht gaat. Dat maakt indruk”, vertelt Lau. “En dat is precies wat we willen.”
Terug naar de basis
In het Bakhuys proef je meer dan brood: je proeft toewijding, vriendschap en een stukje verleden. “Het is terug naar de basis”, zegt Lau. “Geen apps, geen haast. Gewoon vuur, meel, en mensen die samenkomen. Dat is heerlijk.” De zomermaanden brengen nog meer leven: dan staan er kraampjes met honing, bier, glaswerk, en soms een uil of een stadsomroeper. In de winter is het binnen warm, het vuur knispert, het brood geurt. “Eigenlijk zijn alle maanden hier leuk”, glundert Tineke. “En het brood is elke maand even lekker!”
juni 2025